Celestine Raalte dicht in haar moedertaal het Sranan, de 'lingua franca' van Suriname. De taal van de Afrikaanse voorouders beschouwt ze als een daad van innerlijk verzet.
Afkomstig uit de orale traditie van Suriname, is Celestine Raalte in de eerste plaats voordracht-dichteres.
Ze treedt veel op op poëziefestivals in binnen- en buitenland
Om haar werk ook voor een Nederlands publiek toegankelijk te maken vertaalt ze haar gedichten in het Nederlands. Schrijven is voor Celestine Raalte als ademhalen. Haar poëzie is helder, open en krachtig. Geen maskers, geen hermetisme:
"Mi tru fesi no kibri baka barmaske."
Ze laat in haar poëzie een heldere en krachtige stem horen, waarmee ze haar herkomst en eigenheid gedecideerd poneert. Haar inspiratie ligt in Suriname. Talrijk zijn de verwijzingen naar Afro-Surinaamse tradities.